Privatisering van overheidstaken en uitbesteding van taken hebben ertoe geleid, dat er alleen al juridisch gezien een vaag gebied is ontstaan, waarin juridisch zelfstandige bestuursorganen zonder specifiek winstoogmerk en particuliere bedrijven allerlei overheidstaken uitvoeren zonder dat duidelijk is in hoeverre zij door de overheid c.q. de burger kunnen worden gecontroleerd en ter verantwoording geroepen. Er ontstaat daardoor een soort continuüm: aan de ene kant 100 procent volledige overheidsbedrijven en organisaties, aan de andere kant particuliere bedrijven, die voor een klein of wat groter gedeelte van hun omzet een overheidstaak uitvoeren of een wet, die door de Tweede Kamer is aangenomen. De vraag is in hoeverre in dit soort situaties bijvoorbeeld de Algemene Wet Bestuursrecht (AWB) en de Wet op de Openbaarheid van Bestuur (WOB) van toepassing zijn. In deze wetten wordt van alles geregeld waaraan de uitvoerders van een overheidstaak zich dienen te houden. Te denken valt aan termijnen waarop een beslissing moet worden genomen in beroepsprocedures, regeling van recht op inzage van het dossier, etc. Een particuliere garage bijvoorbeeld, die een Apk-keuring uitvoert, valt wat dit betreft wel onder bovengenoemde wetten, omdat zij ten aanzien van deze specifieke activiteit uitvoerder van een overheidstaak zijn. Ook al vormen de Apk-keuringen maar 10% van de omzet van het bedrijf, ten aanzien van deze specifieke taak hebben zij zich aan bepaalde regels te houden. Onduidelijk is wat ons betreft op dit moment in hoeverre particuliere re-integratiebedrijven, die werken in opdracht van de overheid, zich ook aan de WOB en de AWB moeten houden. Wij kennen geen rechtszaken waarin dit aan de orde kwam. Dit speelt bijvoorbeeld een rol bij weigering van het re-integratiebedrijf om inzage te geven in het dossier dat ze hebben gevormd of in rapportages die naar de uitkeringsinstantie worden gestuurd. En verder hebben veel re-integratiebedrijven een eigen klachtenreglement. In hoeverre moet dit in overeenstemming zijn met de AWB?
politieke compromissen
Een tweede punt is dat bij al die privatiseringen en verzelfstandiging van overheidsorganen politieke compromissen worden afgesloten over wie nou verantwoordelijk is voor wat. Wat betreft de bijstand (Participatiewet) bijvoorbeeld is besloten dat uiteindelijk altijd de overheid, in dit geval Burgemeester en Wethouders van de gemeente waar je woont, beslist over toekenning van een uitkering of het opleggen van bijvoorbeeld sancties. Dat is nooit het particuliere re-integratiebedrijf, zij voeren alleen uit. Dit betekent dat een vertegenwoordiger van een particulier re-integratiebedrijf nooit tegen je kan zeggen: ‘we gaan je uitkering stopzetten’ als je het niet eens kunt worden. Ze kunnen hooguit een negatieve rapportage naar de uitkeringsinstantie sturen, waarin wordt geadviseerd om de uitkering stop te zetten dan wel een sanctie op te leggen. Als het goed is heeft de uitkeringsinstantie (dat geldt zowel voor het UWV als de gemeentelijke sociale dienst) een soort procedure van hoor en wederhoor. Bij een conflict tussen een werkloze en een re-integratiebedrijf, waarin de werkloze weigert een bepaald contract te ondertekenen of anderszins met het particulier re-integratiebedrijf in zee te gaan zal de klant worden opgeroepen door de uitkeringsinstantie om zijn of haar kant van het verhaal te horen. Hou er wel rekening mee, dat de uitkeringsinstantie geneigd zal zijn de versie van het re-integratiebedrijf voor waar aan te nemen. De uitkeringsinstantie neemt dan vervolgens een beslissing over (gedeeltelijke) voortzetting of beëindiging van de uitkering. In dit verband is het belangrijk, er nog eens op te wijzen dat het kan helpen wanneer jij zelf jouw versie van de dingen die gebeuren op papier hebt gezet. (Met alle details, die vlak na het gebeurde nog in je hoofd zitten) Dat maakt jouw versie van het verhaal geloofwaardiger en kan van belang zijn bij eventuele verdere beroepsprocedures.
wel of niet tekenen
Een derde punt is het wel of niet tekenen van contracten en rapportages. Vaak worden de klanten onder druk gezet, door de uitkeringsinstantie of het re-integratiebedrijf, een bepaald contract nu meteen maar te tekenen. Jje hebt recht op een bedenktijd van minstens een paar dagen. Je kunt dan bij de vakbond, een advocaat of een zelforganisatie om advies vragen. Soms proberen klanten de druk om te te tekenen te omzeilen door erbij te zetten: ‘tekent voor gezien’ of ‘onder protest’. Daar moet je erg mee oppassen. Vaak teken je dan namelijk formeel-juridisch voor akkoord.
beleidsvrijheid gemeenten
Een ander punt is, dat de gemeenten geen categoraal beleid mogen voeren ten aanzien van de sollicitatieplicht en inkomensverstrekking. (dus zeggen: alle mensen boven de 58 of alle bijstandsvrouwen met kleine kinderen tot 16 jaar stellen we vrij van sollicitatieplicht). Wel heeft de gemeente de beleidsvrijheid, om in individuele gevallen de sollicitatieplicht en de verplichting betaald werk te aanvaarden niet aan iemand op te leggen vanwege sociale of medische omstandigheden. De gemeente moet daarbij haar beslissing baseren op een zorgvuldige afweging, die overeenkomstig de Algemene Wet Bestuursrecht (AWB) ook aan de klant moet worden meegedeeld. Bij eventuele beroepsprocedures moet je dus altijd kijken of hier sprake is van een zorgvuldige afweging en of die aan je is meegedeeld. In Amsterdam bijvoorbeeld doet de Dienst Werk en Inkomen dat vaak niet. Het probleem is, dat de Sociale Dienst/DWI niet handelt overeenkomstig de AWB. Volgens deze wet moet een bestuursorgaan wanneer zij een beschikking stuurt, niet alleen het besluit meedelen maar ook een motivatie geven voor dit besluit. De sociale dienst doet dit vaak niet. Ze sturen het besluit en de conclusie met de wetsartikelen waarop het gebaseerd is en dat is alles. Zoals gezegd, het ontbreken van een motivatie is in strijd met de Algemene Wet Bestuursrecht. Er is door Sociale Dienst ambtenaren wel gesteld, dat het zo gaat omdat anders minder goed opgeleid personeel die toch beschikkingen schrijven bij uitgebreide motivaties juridische brokken gaan maken en daarom voor standaardformulieren wordt gekozen zonder motivatie.
Dit versturen van brieven volgens een standaardformat roept overigens bij klanten veel irritaties op. Mensen krijgen een volgens een bepaald standaard format opgestelde brief in de bus, waar hun naam boven is gezet. Vaak zit bij zo’n brief een standaardbijlage, waarin alle verplichtingen op grond van de Wet Werk en Bijstand nog eens worden opgesomd, terwijl die in het individuele geval niet allemaal van toepassing zijn. Mensen vatten deze brief echter wel terecht op als een persoonlijke brief en ervaren het niet ingaan op de uitslag van bijvoorbeeld een keuringsrapport op als een voorbijgaan aan hun persoonlijke situatie, wat het ook is, en dus als een belediging.
opschorting
Een ander punt waar je op moet letten is, de verhouding tussen opschorting van de uitkering en stopzetting ervan. Wanneer je uitkering wordt opgeschort, vanwege een bepaalde reden. (De Sociale Dienst beweert dat je inkomsten niet hebt opgegeven, je bent niet op een afspraak verschenen, etc.) moet je tegen de opschorting al in bezwaar gaan. Na de opschorting krijg je namelijk alsnog de gelegenheid, dingen recht te zetten of verantwoording af te leggen. Daarvoor krijg je een oproep. Als je dan niet verschijnt, wordt je uitkering stopgezet vanwege het niet verschijnen. Dus de inhoudelijke redenen voor de opschorting van de uitkering en de stopzetting ervan kunnen verschillen. Als je alleen in bezwaar gaat tegen de stopzetting van de uitkering en niet ook tegen de opschorting, kun je dan niet meer terugkomen op de inhoudelijke argumenten die golden bij de opschorting van de uitkering. Die heb je dan geaccepteerd. Stel, je verschijnt om een geldige reden niet op een afspraak. Je uitkering wordt opgeschort. Vervolgens krijg je weer een oproep. Je verschijnt weer niet, maar nu heb je geen geldige reden. Als je ook tegen de opschorting toen je een geldige reden had, in bezwaar gaat, kan men zeggen, ja, hij/zij heeft een geldige reden, dus de opschorting is onterecht en de stopzetting had een opschorting moeten zijn, dus de klant krijgt nog een kans om dingen recht te zetten. Ga je alleen tegen de stopzetting in bezwaar dan zal men zeggen: ja, je hebt geen geldige reden om niet te verschijnen dus de stopzetting is terecht.
Nog wat tips
Je mag altijd in bezwaar gaan bij een negatieve beslissing als je bijvoorbeeld geen uitkering krijgt, een boete, maatregel of een sanctie krijgt. Dit heet een bezwaarprocedure en moet altijd binnen zes weken vanaf de datum die op de beslissing staat bij Burgemeester en Wethouders zijn. Je kunt ook in bezwaar gaan bij een ‘fictieve weigering’. Dit betekent, dat er geen beschikking is afgegeven, maar dat je mondeling is meegedeeld, dat iets niet kan, of wanneer je geen antwoord krijgt op verzoeken, of wanneer je mondeling besluiten van de gemeente worden meegedeeld waarmee je het niet eens bent.
Er moet na maximaal acht weken altijd een officiële beschikking komen bij een afwijzing van algemene bijstand, bijzondere bijstand of scholing, Het maakt niet uit of de aanvraag afgewezen of toegewezen is. Tussen de aanvraag van een uitkering, bijzondere bij stand, scholing en de definitieve beslissing zit dus maximaal 10 weken. Bij een negatieve beschikking moet je binnen zes weken in bezwaar bij Burgemeester en Wethouders. Postbus 9889 1006 AN Amsterdam Vervolgens kan men in beroep gaan bij de sector bestuursrecht van de rechtbank en daarna in hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep. De hoofdlijnen van het bestuursprocesrecht staan beschreven in de Algemene Wet Bestuursrecht.
Er bestaat nog een aparte procedure op grond van de Algemene Wet Bestuursrecht. Hierbij kan in noodsituaties, bijvoorbeeld dreigende huisuitzetting omdat de beslissing van de sociale dienst lang uitblijft, een ‘voorlopige voorziening’ gevraagd worden bij de rechtbank. Je staat dan binnen betrekkelijk korte tijd voor de rechter. Het is een noodprocedure, waarin de rechter een voorlopige beslissing neemt vanwege de noodsituatie in afwachting van de beroepsprocedure of de verdere afhandeling van de aanvraag.
Terug naar index bezwaar en klachten
Bezoekadres Bijstandsbond: Da Costakade 162, 1053 XD in het gebouw Tetterode op de hoek van de Kinkerstraat ter hoogte van de Bilderdijkstraat, tram 7,17,12 en 10.
laatste nieuws