Overzicht Nieuws Contact wie zijn wij spreekuur lid worden Overlevingsgids
logobbapp

Enkele overwegingen voor gesprekken met uitkeringsinstanties en re-integratiebedrijven

Achtergrond

Veel werkzoekenden en uitkeringsgerechtigden krijgen soms een oproep van de Sociale Dienst of re-integratiebedrijf om te praten over mogelijkheden, betaald werk te vinden. Soms zit men dan met de handen in het haar. Ook moet je soms contracten voor re-integratie tekenen. Als er verder helemaal niets in het contract staat, kun je gewoon tekenen. Maar voor gezien tekenen is vaak voor akkoord tekenen. Je bent wettelijk sowieso verplicht op oproepen te verschijnen waar je naartoe gestuurd wordt door de sociale dienst of het UWV om ‘die organisatie de gelegenheid te geven met u de mogelijkheden verder te beoordelen’.

vragen voorafgaand aan een gesprek

De eerste vraag wanneer je naar een gesprek moet is: ze willen me misschien iets aanbieden, waarvan ik zeg: dat wil ik niet, of: ik wil graag dit of dat, maar hoe realiseer ik dat in het gesprek?

Allereerst moet worden opgemerkt, dat werklozen die een beetje een ambivalente houding aannemen ten opzichte van betaald werk (ik wil wel wat, maar ik weet niet wat, en ik wil sommige dingen wel , maar andere weer niet) en die de gesprekken niet voorbereiden, de grootste kans lopen terecht te komen in een traject waarvan ze achteraf zeggen: hoe kom ik er weer vanaf, terwijl deze mensen ook vaak te maken krijgen met strafkortingen ten gevolge van weigeringen opdrachten van de uitkeringsinstantie of het re-integratiebedrijf uit te voeren.

Dit betekent natuurlijk niet dat je daarmee niet te maken kunt krijgen als je wel precies weet wat je wil. Maar mensen die zich afhankelijk van de functionaris van het re-integratiebedrijf of uitkeringsinstantie opstellen, een afwachtende houding aannemen en steeds wachten op voorstellen van de ’andere kant’ lopen toch de grootste kans aan te lopen tegen een voorstel, waarvan ze denken: ’O jee, dat wil ik absoluut niet’. En dan sta je voor het blok.

Het beste is om zelf met voorstellen te komen en daaraan zo lang mogelijk vast te houden. We komen daar nog op terug. Ter voorbereiding van gesprekken kun je het beste bij jezelf nagaan, wat je graag zou willen, en dit als doelstelling duidelijk formuleren. Het helpt om erover te praten met iemand anders. Dat kan een goede vriend of vriendin zijn, maar ook iemand van bijvoorbeeld de vakbond of een zelforganisatie, waar men op het spreekuur meer met deze dingen te maken heeft. Onze ervaring is, dat zo’n ‘praatpaal’ helpt om voor jezelf duidelijk te krijgen wat je wel en niet wilt. Meestal weet men heel goed wat men wil, welke keuzen moeten worden gemaakt en wat je sterke en zwakke punten zijn. Maar je moet het nog even voor jezelf op een rijtje zetten. In veel gevallen begint het gesprek met zo’n ‘praatpaal’ met: ‘ik weet niet wat ik wil’ en eindigt met: ‘ik weet eigenlijk best zelf wat ik wil, ja dat ga ik doen, die keuzen ga ik maken’.

Ook is het altijd mogelijk iemand mee te nemen naar een spannend gesprek. Je hebt dan een getuige als er mondelinge afspraken worden gemaakt en de desbetreffende persoon kan in de lach schieten of iets zeggen als je verkeerde opmerkingen maakt, die je in moeilijkheden kunnen brengen. Hou er wel rekening mee dat aan de persoon die met je mee gaat door de functionaris van de instantie waarmee je praat beperkingen kunnen worden opgelegd in de zin van: hij of zij mag het gesprek niet overnemen, en af en toe alleen kleine correcties plaatsen, maar zegt die functionaris dan, ik heb de leiding van het gesprek en voer dat gesprek met de klant die het betreft. Als je in het gesprek een formulier of contract onder de neus wordt geduwd, dat je moet tekenen heb je er recht op dat je er enige dagen over mag nadenken. Je kunt dat dan weer bespreken op een spreekuur of met een advocaat of andere juridisch adviseur.

opstellen plan

Naar aanleiding van je eigen doelstelling stel je voor jezelf een plan op, in je hoofd of op papier, vanuit de doelstellingen variërende van: ik voel me wel goed, in die uitkering, ik doe vrijwilligerswerk, en ik maak me al nuttig, dus ik hoef niks, ik heb toch geen kans op betaald werk, tot aan: ik wil ontzettend graag betaald werk, het geeft niet wat. Als je voor jezelf een plan of een strategie bedenkt om je doel te bereiken, door zelf in gesprekken met voorstellen te komen, voorkom je tegelijkertijd dat je al snel in een positie gemanoeuvreerd wordt waarin je nee moet zeggen tegen eventuele voorstellen van de arbeidsbemiddelaar. Zoals gezegd, vooral mensen die een ambivalente houding hebben omdat ze niet weten wat ze willen en die maar afwachten tot de arbeidsbemiddelaar met voorstellen komt, komen het snelst in die positie.

Probeer bij een en ander zelf het initiatief te houden. Het is niet zo, dat iedereen perse op een traject wordt gezet dat toeleidt naar ongeschoolde betaalde arbeid of dat men daartoe perse gedwongen wordt. Wat dit betreft zijn er veel misverstanden. Men kijkt nog wel degelijk in meerdere of mindere mate naar iemands mogelijkheden, voorkeuren en kansen. Als je zelf een plausibel plan hebt, zal men je niet meteen naar een werken met behoud van uitkering (dwangarbeid) project sturen, al worden klanten soms wel onder druk gezet om met voorbijzien aan de eigen wensen en mogelijkheden in zo’n project te gaan meedraaien. De keuzen van: ‘ik probeer zo min mogelijk op te vallen, en wil zo weinig mogelijk contact met de sociale dienst om niet in moeilijkheden te komen’ is niet altijd de goede. Het hangt er maar vanaf, wat je wilt. Als wat de uitkeringsinstantie of re-integratiebedrijf in de aanbieding heeft of als ze je ergens toe uitnodigen wat aansluit bij je wensen is het toch verstandig daarop in te gaan.

Zo kreeg een werkloze in Amsterdam een oproep van een scholingsinstituut, op het briefpapier, dus goedgekeurd door de Sociale Dienst, voor een voorlichtingsdag van de praktijk leerschool. Een van de mogelijkheden was het volgen van een cursus computertekenen. De persoon in kwestie had een opleiding als geoloog, een technische knobbel en wilde dit bijzonder graag. Ook wilde hij in die richting graag aan het werk. Zijn vraag was echter: als ik daarop inga, dan weet de Sociale Dienst dat ik wil werken, en gaan ze me dan niet dwingen een ongeschoold baantje te nemen, of ze stoppen me in een werken met behoud van uitkeringstraject met ongeschoolde arbeid, dus ik ga maar niet naar de voorlichtingsdag. Wij hebben hem geadviseerd toch te gaan en dat het in zijn geval met die andere trajecten niet zo’n vaart zal lopen.

Zoals reeds gezegd bedenk een plan om— als je dat wilt- uit de uitkering te komen. Verzamel informatie over de mogelijkheden. Bijvoorbeeld op het gebied van scholing, loonkostensubsidies, etc. Wat dit betreft zijn er voor UWV-ers weer andere mogelijkheden, die voor bijstandsgerechtigden niet gelden. Ook kunnen de mogelijkheden per gemeente verschillen.

opstelling ambtenaar

Word je opgeroepen dan kan de opstelling van de ambtenaar een onzekere factor zijn. Sommigen hebben begrip voor je situatie, anderen weer niet. Er zijn functionarissen die als uitgangspunt hebben: 'Ik help de mensen die echt gemotiveerd zijn om een traject te doorlopen, en ik hou daarbij sterk rekening met wat de klant zelf wil. Andere klanten vraag ik gewoon of ze willen werken of in een traject willen en zo niet, dan laat ik ze gewoon weer gaan, zonder consequenties'. Anderen zijn er echt op uit om je in een traject te duwen, of je nou wil of niet. Ze hebben dan bijvoorbeeld een opdracht ‘van boven’ dus hun superieuren bepaalde targets te halen: zo en zoveel mensen op dat en dat traject binnen zoveel tijd. Hoeveel zelfstandige beslissingsbevoegdheid heeft de functionaris? Is hij/zij met een bepaalde concrete opdracht door een superieur op pad gestuurd?

Wat er in gesprekken tussen werkzoekenden en arbeidsbemiddelaars zoals jobcoaches en klantmanagers gebeurt, is eigenlijk een schemerig gebied, waarin vaak niet duidelijk is, wat de rechten en plichten zijn van de klant en... van de functionaris waarmee je praat! In de wet staat, dat je je best moet doen uit de uitkering te komen als dat mogelijk is. Maar wat is dat, je best doen? Dat wordt voor verschillende klanten verschillend ingevuld. In feite is er sprake van een onderhandelingssituatie, waarin beide partijen hun doelstellingen trachten te bereiken, terwijl wat wel en niet mag slechts in beperkte mate in regels en wetten vastgelegd is. Soms krijgt men na ondertekening van het traject bepaalde opdrachten in de gesprekken, bijvoorbeeld: ‘schrijf je in bij vier uitzendbureaus’ Maar het kunnen ook andere opdrachten zijn. De veelgestelde vraag is dan: ben ik formeel-juridisch verplicht dat te doen? Hoeveel sollicitatiebrieven of inschrijvingen bij uitzendbureaus is normaal? Op deze en vergelijkbare vragen valt moeilijk antwoord te geven. Er is geen wettelijk kader, waarin dit geregeld is. De Participatiewet bijvoorbeeld stelt slechts, dat je verplicht bent als je sollicitatieplicht hebt, alle gangbare arbeid te aanvaarden. Mensen die een bijstandsuitkering aanvragen of hebben zijn dus, mede afhankelijk van het gemeentelijk beleid, verplicht alle gangbare arbeid te aanvaarden.

onderhandelingssituatie

Terug naar de gesprekken die je moet voeren. Het is het een onderhandelingssituatie met een ongelijke machtspositie! De functionaris tegenover jouw heeft meer macht, als je niet doet wat hij zegt kan hij je sancties opleggen of in een rapport adviseren dat te doen, zodat je (tijdelijk) onvoldoende inkomen hebt om van te leven, en het gaat meestal niet direct over zijn persoonlijk leven, zijn toekomst, terwijl het daar bij jou juist wel om gaat. Maar je bent niet rechteloos. Wanneer iemand, die tien jaar baanloos is en die misschien een moeilijke periode achter de rug heeft, wordt opgeroepen en meteen onder druk gezet om op basis van een concreet voorstel een traject in te gaan, dan zal in een eventuele beroepsprocedure de rechter zeggen: ja hoor eens even, zo iemand moet je wel enige tijd de gelegenheid geven om zijn/ haar gedrag bij te stellen en eventuele tegenvoorstellen te bespreken.

Bedenk verder, dat de sollicitatieplicht een ruim begrip is~ het gaat niet alleen om het schrijven van brieven, maar meer in zijn algemeenheid om het in voldoende mate trachten betaalde arbeid te krijgen. Dat kan ook zijn vacatures noteren, netwerkvorming bijvoorbeeld via vrijwilligerswerk, vacatures uit kranten knippen, opbellen naar werkgevers om informatie te vragen (de Sociale Dienst wil dit nog wel eens controleren) of een zelf uitgezochte cursus volgen of informeren naar scholing. Voor het aantal sollicitatiebrieven dat je moet schrijven is geen algemene regel te geven. Wil je graag in een bepaalde sector met een bepaalde opleiding aan het werk, hou voorlopig vast aan die doelstelling en laat je niet te snel ompraten met argumenten als: zo kom je toch niet aan het werk gezien de arbeidsmarktsituatie, of je bent niet geschikt.

Krijg je een oproep dan is duidelijk, dat men met jou een begeleidingstraject richting arbeids-markt wil opstellen. Vaak zijn de eerste gesprekken uiterst vriendelijk, en het kan zijn, dat men met langdurig werklozen afspreekt, dat ze eerst een tijdje met behoud van uitkering en soms zelfs vrijstelling van de sollicitatieplicht het vrijwilligerswerk mogen blijven doen wat ze al deden, of dat men vrijwilligerswerk gaat doen. Na die periode, of na een periode van gesprekken met een individuele consulent, waarbij je leefsituatie, angsten, verlangens etc. wordt besproken, wordt de begeleiding soms minder vrijblijvend. Er zijn re-integratiebedrijven die bijvoorbeeld begeleidingscursussen hebben voor langdurig werklozen, waarin gedurende een bepaalde periode de eigen voorstellen, wensen en verlangens van de werkzoekenden worden besproken en waarbij die serieus benaderd worden, zonder dat het tot concrete afspraken komt. Na die periode treedt er een andere fase in, waarbij die gesprekken gekenschetst worden als ' nu voorbij' . Het is nu echt de bedoeling om activiteiten te ontplooien die tot betaald werk leiden. In zulke gesprekken zal de functionaris je confronteren met de onmogelijkheid, bepaalde wensen die je zelf hebt te realiseren. Er zal tegen je gezegd worden, dat je naar de realiteit op de arbeids-markt moet kijken. Een beroepskeuze test kan dan deel uitmaken van het traject. Om te kijken, of wat je wil ook in overeenstemming is met wat je kunt volgens die test en of er vervolgens op de arbeidsmarkt mogelijkheden zijn. Maar het kan ook zijn, dat je ingedeeld wordt in de groep, voor wie in de ogen van de overheid betaald werk nooit meer is weggelegd. Dan blijf je in het vrijwilligerstraject.

Het principe, dat eerst je wensen verlangens en idealen worden besproken en dat je daarna met de harde werkelijkheid wordt geconfronteerd kan ook sneller en directer verlopen. Je krijgt dan een eerste gesprek met een functionaris die zich begrijpend en vriendelijk opstelt en die zegt dat er bij zijn organisatie allerlei mogelijkheden zijn, waarna je glimlachend een vaag contract ondertekent. In het tweede gesprek stelt hij/zij zich plotseling keihard op, zegt dat je hebt getekend en dat je nu per se dit of dat moet doen.

Wat te doen met de ongelijke machtspositie

Je bent opgeroepen en je gaat een onderhandelingssituatie in met ongelijke machtsposities. Waar moet je op letten? Een eerste mogelijkheid om wat meer duidelijkheid in deze duisternis te scheppen is om op een gegeven moment inzage in je dossier te vragen bij Sociale Dienst of andere uitkeringsinstantie. Misschien zitten er rapportages in, of mededelingen van ambtenaren waar je in het verleden gesprekken mee hebt gevoerd. Ook bij de sociale dienst kun je opmerkingen uit de computer of het dossier laten verwijderen, bijvoorbeeld als er kwalificaties in het dossier staan die je eruit wilt hebben. Onze ervaring is, dat sommige mensen die graag betaald werk willen als het ware door negatieve kwalificaties in de dossiers worden achtervolgd: niet flexibel", of: 'stelt teveel eisen", of: "psychisch labiel", etc.

Vervolgens: zoals al een paar keer gezegd probeer ruim van tevoren een en ander voor te bereiden en na te gaan, wat je rechten en plichten zijn. Neem de tijd om voor jezelf een plan te formuleren. Soms bestaat daar geen gelegenheid voor, omdat de brief waarin je wordt uitgenodigd een dag of twee dagen voor de datum waarop het gesprek moet plaatsvinden bij je in de bus rolt. Veel werkzoekenden klagen erover, dat volgens hen de brieven die verstuurd worden vaak worden geantidateerd. Je krijgt dan een brief in de bus, waarop een datum staat van minstens een week of anderhalve week geleden. Je kunt dan het re-integratiebedrijf bellen en zeggen, dat je op dat tijdstip al een afspraak hebt. Meestal wordt dat wel geaccepteerd. Hou er daarbij rekening mee, dat degene die bij de Sociale Dienst de telefoon aanneemt kan zeggen dat het genoteerd is, maar dat achteraf je uitkering wordt stopgezet en dat niemand meer weet dat je gebeld hebt. Je kunt daarom het beste proberen contact te leggen met de ambtenaar die je de uitnodiging gestuurd heeft of met je vaste contactambtenaar. Dit geldt ook voor het UWV.

Als je met iemand over je strategie gaat praten is de eerste vraag: wil ik wel met dit opleidingsinstituut waarnaar ik ben doorverwezen in zee? Ook hier is informatie weer belangrijk. Als het een particulier instituut is, kun je proberen op de hoogte te komen van wat ze in de aanbieding hebben en of dat een beetje overeenstemt met je eigen doelstellingen. Stel in het begin vast, ik wil wel of niet wat met hen. Zo ja, dan kun je de onderhandelingen ingaan. Zo nee, wat dan? Naar onze mening staat er niet in de wet, dat je perse met opleidingsinstituut X in zee moet gaan. Als je wordt opgeroepen door X kun je bijvoorbeeld zeggen: nee, ik ga naar een ander, dat is veel beter, want ik wil perse betaald werk in die en die richting, en daar hebben ze in een organisatie niet alleen leuke banen, maar ook allerlei begeleidingscursussen voor langdurig werklozen, die uiteindelijk tot zo'n concrete baan leiden, daar ga ik naartoe. Weiger je echter iedere vorm van begeleiding via welk instituut dan ook, en werk je niet mee aan een mogelijke arbeidsinpassing, dan loop je het risico van een zware sanctie. Ook kan het zijn, dat de uitkeringsinstantie je voorstellen niet accepteert, omdat ze met de opleiding of het re-integratiebedrijf geen collectieve contracten hebben afgesloten.

Wat kan helpen is om bij je zoektocht door het doolhof van instanties steeds op papier te zetten met wie van welke instantie je contact hebt gehad, en wat er is gezegd en/of afgesproken. Dit helpt jezelf in de eerste plaats om dingen op een rijtje te krijgen, ten aanzien van wat je wel en niet wilt, maar het kan ook van belang zijn als er bij een eventueel conflict sprake is van beroepsprocedures, waarin jouw versie van de dingen die gebeurt zijn staan tegenover de interpretatie van de uitkeringsinstantie of het particulier re-integratiebureau. Noteer dus ook de namen van ambtenaren en andere functionarissen waarmee je contact hebt. Het kan op verschillende momenten van belang zijn advies te vragen aan een onafhankelijke derde. Zoals reeds gezegd: bij vakbonden en zelforganisaties hebben ze vaak een re-integratie spreekuur, of een systeem van medewerkers, die eventueel met je mee kunnen gaan naar gesprekken en keuringen.

Ik zie het in dit project niet zitten of ik wil er niet naartoe

Veel werkzoekenden die een WW-uitkering van het UWV of een bijstandsuitkering van de gemeente hebben worden naar allerlei re-integratietrajecten verwezen. Dat kan een sollicitatietraining zijn in verschillende vormen maar ook een werkproject, waarbij je gedurende een langere periode arbeid moet verrichten met behoud van uitkering, dus zonder dat je een loon krijgt. Veel gemeenten hebben dergelijke projecten. Er kunnen verschillende momenten zijn waarop je het werk in dergelijke projecten niet meer ziet zitten. Dat kan al aan het begin zijn, maar ook later in het traject, wanneer je bijvoorbeeld beloofd is dat je na een half jaar of een jaar een contract zult krijgen en dit blijkt niet het geval te zijn. Beloftes in dit opzicht worden lang niet altijd waargemaakt. Het komt dan ook voor, dat werkzoekenden wel tot drie jaar in zo'n project zitten. Ook in andere opzichten opereren gemeenten wel in strijd met deze wet, bijvoorbeeld wanneer het geen additionele arbeid betreft zodat bestaande betaalde arbeid wordt verdrongen of concurrentievervalsing optreedt. Dit is soms het geval bij werkzoekenden die met behoud van uitkering bij commerciële werkgevers te werk worden gesteld. Ook nemen dergelijke werkgevers vaak zo iemand om bedrijfseconomische redenen. (Goedkope arbeidskracht) en wordt er voor scholing en begeleiding niet voldoende gezorgd. (Onder additionele arbeid wordt verstaan een speciaal gecreëerde functie of een al bestaande functie, bovenformatie, die de uitkeringsgerechtigde alleen met begeleiding kan verrichten.) Ook kan het zijn, dat je tijdens je werkzaamheden wordt geïntimideerd door werkmeesters of begeleiders, waarbij je je vernederd voelt. Je kunt er niet meer tegen. Vaak wordt gedreigd met stopzetting van de uitkering wanneer je hun opdrachten niet meer vervult. Ook kunnen zich misstanden voordoen op het gebied van werkomstandigheden en is het werk vaak zeer eenvoudig inpakwerk dat erg afstompend en geestdodend is, zonder dat je perspectief hebt op een regulier contract.

Hieronder volgen enkele tips over wat je kunt doen als je het niet meer ziet zitten. Als je naar de jurisprudentie kijkt bepaalt Burgemeester en Wethouders, die verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van de Participatiewet, wat je moet gaan doen. Rechters toetsen het gemeentelijk beleid in dezen marginaal. Zij gaan uit van het standpunt: de gemeente bepaalt. Dus het heeft geen zin naar de rechter proberen te stappen voor je een eventuele sanctie hebt gekregen. Maar dit betekent niet, dat je rechteloos bent. Er zijn verschillende wegen om de misstanden aan de kaak te stellen. Mocht je tegen een strafkorting aanlopen, dan gaat de rechter in een eventuele juridische procedure wel degelijk het beleid van de gemeente toetsen en dan krijg je vaak gelijk.

Wat kan ik doen:

  • In ieder geval zorgen dat je als het ware bewijs hebt van alles wat je beweert of aan acties onderneemt. Probeer zo veel mogelijk schriftelijk vast te leggen. Wat sommige mensen doen is een dagboek bijhouden met alle namen, gebeurtenissen en contacten. Je kunt je later anders veel dingen niet meer herinneren. Maar niet iedereen is een dagboekschrijver. Het hoeven ook geen vloeiende teksten te zijn, je kunt kort noteren wat er gebeurd is. En dat per dag indelen. Vaak worden bepaalde dreigementen alleen mondeling geuit. Noteer die ook. Met tijdstip, datum en wie wat gezegd heeft.
  • Bij klachten over je chefs schriftelijk reageren en kopie van maken. Vaak is er een klachtenprocedure bij de sociale dienst.
  • Als je het echt niet meer ziet zitten kun je je ziek melden en naar de huisarts gaan. Bespreek met hem/haar de situatie. De procedure is dan meestal dat een keuringsarts gaat beoordelen of je echt niet meer daar kunt werken. Soms gaat de intimidatie zover dat er geen keuringsarts aan te pas komt en een re-integratie ambtenaar c.q. de klantmanager aan de deur komt. Je hoeft hem/haar geen medische gegevens te verstrekken. Hij/zij kan ook niet beoordelen of je ziek bent. Ook komt het voor, dat de gemeente bij een ziekmelding alleen via het werkproject een verzuimbureau inschakelt, waarbij ook een niet-arts zegt dat je weer aan het werk moet. Meestal de volgende dag. Ga in dat geval naar je huisarts, laat hem/haar beoordelen of je kunt werken, blijf ziek thuis en dien een klacht in bij de sociale dienst van je gemeente dat je niet gezien bent door een keuringsarts.
  • Bij klachten over gedrag van leidinggevenden, probeer te zorgen dat je getuigen hebt.
  • Voordat je actie onderneemt kun je het beste vertrouwelijk overleggen met derden, die meer met dit bijltje gehakt hebben. Niet alleen kun je de huisarts inschakelen, maar ook een advocaat, of personen uit je omgeving. Blijf er niet alleen mee zitten.
  • Hou er rekening mee, dat hoe meer personen vertrouwelijk van de informatie op de hoogte zijn, hoe sterker je staat als het tot een conflict komt. Je kunt ook een gemeenteraadslid inschakelen die je vertrouwt en hem/haar vertrouwelijk inlichten. Uiteindelijk is het de gemeenteraad die verantwoordelijk is voor de situatie. Je kunt ook een vertrouwelijk gesprek vragen met de wethouder, maar kijk wel hoe die wethouder er in zijn algemeenheid over denkt.
  • Als er werkelijk sprake is van intimidatie en misstanden kun je er toch zeker van zijn dat ze als de dood zijn voor publiciteit. Ze zijn erg bang negatief in het nieuws te komen met hun misstanden. Onze ervaring is, dat als een werkzoekende voor zijn rechten opkomt en 'reuring' maakt ze plotseling uit een heel ander vaatje gaan tappen, zeker als veel mensen op de hoogte gebracht zijn van de misstanden, en dat ze dan aan 'damage control' gaan doen.
  • losse punten

    Vraag altijd een bewijs dat je je papieren hebt ingeleverd.

    Dien altijd een klacht in bijvoorbeeld bij een onheuse behandeling door een ambtenaar.

    Je mag altijd je dossier inkijken. Dan moet je eerst een formulier invullen. Je mag rectificeren en kopieën maken. Het dossier mag maximaal 5 jaar bewaard blijven (ook als je geen uitkering meer krijgt).

    Als de ambtenaar notities maakt voor in het dossier, mag je als klant eisen dat je weet wat hij schrijft. Je mag vragen bepaalde opmerkingen die jij maakt als zodanig op te nemen in de tekst. Vraag om een verslag van het gesprek. Staat de ambtenaar dit niet toe, vraag dan naar de regio-manager.

    Teken niet ter plaatse een arbeidscontract dat je voor het eerst ziet. Vraag enige dagen bedenktijd als je een contract moet tekenen. Ga eerst overleggen met deskundigen. Altijd een kopie van het contract vragen.

    Als je een baan te snel hebt geaccepteerd en je hebt er goed over nagedacht en wilt hiervan af, het is niet wat je werkelijk wilt, mag je met redenen omkleed, hierop terugkomen. Je kunt dat in een brief aan de ambtenaar op het regiokantoor laten weten. Houdt zelf een kopie van de brief. Deze brief moet in het dossier zitten.

    Als je een baan krijgt waar je een uniform moet gaan dragen, en je wilt dat niet, kun je met redenen omkleed weigeren.

    De ambtenaar moet altijd rekening houden met de eigen wensen (werk, scholing) van de klant. Als je een baan krijgt aangeboden bijvoorbeeld in Groningen hoef je niet meteen ja te zeggen. Vraag een redelijke termijn om na te denken.

    Als klant mag je eisen dat je na kunt denken of de baan in je persoonlijke ontplooiing past, en of de baan niet te belastend is voor je. Is deze baan werkelijk wat je wil. Je hoeft niet ter plekke een handtekening te zetten. Je mag er een redelijke termijn over nadenken. Wat betreft het zetten van handtekeningen, daar wordt op ingegaan in het hoofdstuk over beroepsprocedures. Een rechter gaat uit van een afweging tussen het algemeen belang (mensen moeten werken voor de samenleving) en het individueel belang (recht op ontplooiing, werk dat bij je past en dat je leuk vindt).

    Als je een baan krijgt aangeboden vraag dan hoe het zit met de armoedeval. Een beperkte verhoging van je inkomen kan gevolgen hebben voor de huurtoeslag, (het kan zijn dat je moet terugbetalen omdat je inkomen te hoog wordt), zorgtoeslag, kwijtscheldingen, de belasting. Vragen over de inhoud van het werk en de arbeidsvoorwaarden van vacatures dienen ook beantwoord te worden.

    Als je een arbeidscontract hebt voor een deeltijdbaan mag de Sociale Dienst niet verlangen dat je deze opgeeft voor een baan van bv 36 uur. Dat is aanzetten tot contract-breuk. Dit mag de Sociale Dienst niet doen.

    Waar kan ik terecht:

    In Amsterdam kun je terecht bij de advocaat van de Bijstandsbond. Maar ook uit de rest van het land kunnen mensen bellen om advies te vragen. Je kunt ook een andere advocaat raadplegen, natuurlijk. Probeer iemand te vinden die met je meegaat naar gesprekken die je kan ondersteunen en die als getuige kan optreden. Een van de mogelijkheden om dingen aan de kaak te stellen is de publiciteit zoeken. Daar kunnen wij ook bij helpen. Maar weet wat dat betreft wel waar je aan begint. Soms zijn uitkeringsgerechtigden die met behoud van uitkering werken helemaal aan het eind van hun latijn en ondervinden ze ten gevolge van het werkproject grote psychische problemen. Je zult in eerste instantie misschien zwaar onder druk komen te staan omdat men gaat dreigen met stopzetting van de uitkering of opschorting en die druk moet je tegen kunnen. Onze ervaring is weliswaar, dat uiteindelijk alles op zijn pootjes terechtkomt, maar dat kan even duren. Wij publiceren dan ook niets zonder je toestemming.

    Bezoekadres Bijstandsbond: Da Costakade 162, 1053 XD in het gebouw Tetterode op de hoek van de Kinkerstraat ter hoogte van de Bilderdijkstraat, tram 7,17,12 en 10.